Historie


Het verhaal over het ontstaan van het Tjeukemeer

Aan het Tsjūkemar (Tjeukemeer), bij het gemaal van Echten, staat het standbeeld van Tsjūke en March. Bij dat standbeeld wordt een tekst vermeld, dat het ontstaan van het Tsjūkemar verklaart. Deze kleine legende is genaamd De held en de draek.

De held en de draek, door Ype Poortinga

Heel lang geleden moet het meer gewoon land geweest zijn, waar hier en daar behoorlijk wat bos voorkwam. Op een dag liepen er net buiten de kleine polder twee boerinnen. Ze hadden koeien en kwamen net terug van het melken. De ene boerin had twee emmers melk en de ander droeg geen melk. Opeens ontdekten ze een brandje waarvan het ontstaan nooit is achterhaald. De boerin zonder melk riep naar de andere: "Je moet je melk erin gooien, zodat het vuur niet harder gaat branden!". Maar de andere boerin zei: "Je bent niet wijs, dan ben ik mijn melk kwijt! Laat maar branden, het is toch ons land niet".

Omdat deze boerin het vertikte om haar melk als blusmiddel te gebruiken, wakkerde het vuur snel aan. De andere boerin keek het anstig aan, maar riep vervolgens:

"O Tsjūke, o Tsjūke, dit zal je berouwen!"

Daarmee schold ze de boerin ernstig uit, want Tsjūke was destijds een hondennaam. Wie Tsjūke riep tegen een vrouw, maakte haar uit voor een teef!

Volgens deze legende is met de naam Tsjūke uit dit verhaal, de naam van het huidige meer ontstaan. Anderen houden het erop, dat het i.p.v. boerinnen twee zusters betrof: Tsjūke en March genaamd. Dit verhaal vertelt dat deze twee zusters elkaar door de rook tijdens de brand kwijtraakten. Toen zij elkaar tijdens deze brand riepen, is dit de mensen uit de omgeving tot op de dag van vandaag bijgebleven. "Dat is Tsjūkemar," zeggen ze dan.